Laat de runderrollade ongeveer 30 minuten voor het koken op kamertemperatuur komen.

Wrijf de rollade in met zout, peper en geperste knoflook.

Verhit de olijfolie in een grote, zware braadpan op middelhoog vuur.

Voeg de runderrollade toe en braad deze aan alle kanten goudbruin aan. Dit helpt om de sappen en smaken te behouden.

Voeg de ui, wortel en bleekselderij toe aan de pan en bak deze ongeveer 5 minuten mee, tot ze licht karamelliseren.

Giet de runderbouillon in de pan en voeg de laurierblaadjes en rozemarijn toe. Zorg ervoor dat de rollade ongeveer voor de helft onder de bouillon staat.

Breng de bouillon aan de kook, verlaag dan het vuur en dek de pan af met een deksel.

Laat de runderrollade langzaam gaar worden op een laag vuur. Een algemene regel is ongeveer 1 uur braden per kilo vlees.

Controleer regelmatig en voeg indien nodig extra bouillon of water toe.

Haal de rollade uit de pan en laat deze minstens 15 minuten rusten voordat je hem aansnijdt. Dit zorgt ervoor dat de sappen zich door het vlees kunnen verspreiden en het vlees mals blijft.

Snij het vlees tegen de draad in om de malsheid te maximaliseren en serveer het met de groenten en wat jus uit de pan.