Begin met het zorgvuldig "uitzoeken" van de tarwekorrels. Verwijder eventuele steentjes of andere onzuiverheden.

Spoel de tarwekorrels grondig af onder koud stromend water. Dit helpt om eventueel stof of vuil te verwijderen.

Doe de gewassen tarwekorrels samen met het water (of bouillon) en het zout in een grote pan. Voeg eventueel een laurierblad of andere kruiden toe voor extra smaak.

Breng het geheel aan de kook op hoog vuur.

Zodra het water kookt, zet je het vuur lager en laat je de tarwe ongeveer 60 tot 90 minuten zachtjes sudderen. De exacte kooktijd kan variëren afhankelijk van de soort tarwe die je gebruikt, dus het is een goed idee om na 60 minuten even te proeven om de textuur te checken. De korrels zijn klaar als ze gaar zijn maar nog wel een beetje bite hebben.

Giet de gekookte tarwe af en laat het even uitlekken in een zeef of vergiet.

Serveer de tarwe warm als bijgerecht, of gebruik het als basis voor een salade of ander hoofdgerecht.