Begin met het selecteren van rijpe, maar nog stevige pruimen. Vermijd pruimen met kneuzingen of beschadigingen, want die kunnen tijdens het invriezen in kwaliteit achteruitgaan.

Was de pruimen grondig onder stromend water om vuil en eventuele pesticiden te verwijderen. Droog ze daarna af met een schone doek of keukenpapier.

Gebruik een scherp mes om de pruimen in helften te snijden en verwijder de pitten. Als je liever hele pruimen invriest, kun je deze stap overslaan. Bedenk echter dat ontpitte pruimen makkelijker te gebruiken zijn in recepten.

Leg bakpapier op een bakplaat en plaats de pruimenhelften met de gesneden kant naar beneden. Zorg dat ze elkaar niet raken om te voorkomen dat ze aan elkaar vastvriezen. Plaats de bakplaat in de vriezer en laat de pruimen een paar uur invriezen tot ze volledig hard zijn.

Eenmaal volledig bevroren, haal de pruimen van de bakplaat en doe ze over in vrieszakken of luchtdichte vriesbakjes. Verwijder zoveel mogelijk lucht uit de zakken voordat je ze verzegelt om vriesbrand te voorkomen.

Label de zakken of bakjes met de datum van invriezen. Pruimen blijven in de vriezer ongeveer 6 tot 12 maanden goed.